Spreken na een tracheotomie

Uw stem maakt een groot deel uit van uw identiteit en is nauw verbonden met de manier waarop u uw gedachten, gevoelens en ideeën uitdrukt. Uw stemgeluid wordt geproduceerd door stembanden die zich in het strottenhoofd bevinden. De stembanden produceren uw natuurlijke stem. Tijdens het uitademen passeert de lucht de stembanden, waardoor het geluid van uw stem wordt voortgebracht. Het geluid verplaatst zich vervolgens naar uw mond, en u beweegt uw lippen en tong om betekenisvolle spraak te produceren.

Een tracheotomie ademt u via een tracheacanule in uw hals, in plaats van via uw neus en mond. Tijdens het uitademen passeert de lucht niet langer uw stembanden, wat uw spreken beïnvloedt. Als uw cuff niet is opgeblazen of als u een canule zonder cuff heeft, passeert er mogelijk wat lucht rond de tracheacanule en door uw stembanden, leidend tot een fluisterende, zwakke stem. Er zijn verschillende manieren om tijdens het uitademen meer lucht door de stembanden te leiden om een krachtigere en betere stem te produceren.

Uw arts kan ook een gefenestreerde tracheacanule plaatsen, wat ook bijdraagt aan een krachtigere stem.